vrijdag 9 december 2011

Bezuinigingen publieke omroep leiden tot kwaliteitsverlies

De werkgroep Andere Publieke Omroep schreef op 9 december 2011 het volgende aan de Tweede Kamer:

De grootste economische crisis sinds de jaren dertig van de vorige eeuw vraagt terecht uw volle aandacht. Dat neemt niet weg dat wij een ontwikkeling willen signaleren die ernstige zorgen baart, maar waarvoor tegelijkertijd een redelijk alternatief beschikbaar is.

Het gaat hier om de publieke omroep in ons land en om de aanpak waarvoor het kabinet heeft gekozen. Op de mediabegroting van het Ministerie van OCW – in 2011 ruim E 700 miljoen - moet in vier jaar bijna 18% gekort worden, een bedrag van E 125 miljoen.

Maar tegelijkertijd mogen volgens het regeerakkoord die bezuinigingen niet ten koste gaan van de kwaliteit. De voornaamste adviseur van de minister, de Boston Consulting Group, heeft al geconcludeerd dat zoiets ook niet zal gebeuren. Maar:

• Zoals al eerder in de geschiedenis is gebeurd wordt straks de kaasschaaf gehanteerd en dat levert alleen verliezers op.
• Bovendien valt uit de stukken op te maken dat op algemene kosten E 40 miljoen gekort gaat worden en dat de resterende € 85 miljoen dus in het programmabudget gevonden moeten worden.

Men kan twisten over de kwaliteit van de huidige programmering van de publieke omroep, maar om nu te stellen dat Hilversum anno 2011 geen kwaliteitsvermindering te wachten staat is wel het sprookje van de eeuw.

Dit is des te treuriger, omdat er een goed en volledig onderbouwd alternatief bestaat. Dat alternatief werd in juni vorig jaar gelanceerd door de werkgroep Andere Publieke Omroep. En laat juist een verbetering van de programmering zien vergeleken bij de huidige stand van zaken.
Die verbetering kan zich dan uitstrekken tot gebieden als:

algemeen nieuws en achtergronden, regionaal nieuws, onderzoeksjournalistiek, economie, Europa, het buitenland in het algemeen, en kunst en cultuur, vooral dan op voor gemiddelde burgers normale tijden.

In cijfers uitgedrukt:

• Voor de de nieuwsorganisatie NOS is nu jaarlijks E 70 miljoen ter beschikking, een bedrag dat dus onherroepelijk dreigt terug te lopen, maar in het alternatief verhoogd kan worden tot E 205 miljoen.
• Voor kunst en cultuur zijn de vergelijkbare cijfers E 75 miljoen nu en in de publieke omroep nieuwe stijl wordt dat E 105 m.
• Verder kunnen over 4 jaar de totale kosten van de publieke omroep met E 330 miljoen per jaar teruggebracht zijn tot E 370 m. Met als toegift verbetering van de kwaliteit.

Om het contrast tussen dit APO plan van bezuiniging + hervorming en het nu dreigende verdere kwaliteitsverlies van de publieke omroep te markeren dienen nog de volgende punten:

• Er zal (nog) meer buitenlands amusement worden ingekocht en programmatitels zullen langer worden uitgesmeerd
• Herhalingen zullen nu nog meer uren in beslag nemen (de NOS bijvoorbeeld zond in 2010 ruim 2762 tv-uren uit, inclusief herhalingen was dat 5861 uur);
• Te verwachten is ook dat de zomerstop verder buitenproportionele vormen zal aannemen. Zo was het programma Buitenhof dit jaar al afwezig van van 12 juni tot 4 september
• Er is bij dit alles niet aan te nemen dat de amusements- en sportprogramma’s minder dan nu ingezet zullen worden om de kijker te bewegen vooral niet naar RTL of SBS te kijken.
• Dit vooruitzicht wordt ondersteund door de beslissing van de koepelorganisatie, de Nederlandse Publieke Omroep, om zich al vanaf 2013 – het jaar dat bezuinigd moet gaan worden - te verzekeren van de rechten op de Champions League.

Resumerend:
Door het beleid van het kabinet zal er nog minder zendtijd, geld en aandacht gewijd kunnen worden aan serieuze programmering. De kwaliteit van die programmering - die volgens het coalitieakkoord niet onder de bezuinigingen mag leiden - kan alleen maar verder aangetast worden.
Zolang de publieke omroep blijft denken in termen van marktaandelen zal dit niet anders worden. Daarom is een omslag in het denken over de publieke omroep nodig en moet de nadruk komen te liggen op de inhoud. Op de kerntaken zoals nieuws en achtergronden en kunst en cultuur. Dat is wat de werkgroep Andere Publieke Omroep dan ook voorstelt.