dinsdag 12 maart 2013

PUBLIEKE OMROEP HEEFT IMAGOPROBLEEM

De publieke omroep kondigt vandaag aan met een naamsverandering te komen. Alle producten gaan NPO heten. Volgens Henk Hagoort, bestuursvoorzitter van de NPO kan je met één sterke naam op radio, tv en internet online beter tegenwicht kunnen bieden aan internationale mediamerken als Youtube, Google en Apple. Voor de kijker en luisteraar wordt het duidelijker.’ ‘NPO staat voor wat wij zijn: Nederlands en voor het publiek’, aldus Hagoort. ‘De naam NPO wordt bijna altijd gebruikt als het over de publieke omroep gaat. Het is daarom logisch om die afkorting te gebruiken. Voor het publiek is straks beter herkenbaar welke programma’s door de publieke omroepen zijn gemaakt.” Kort na het bekend worden van dit plan is #NPO trending topic op Twitter. Heel en af en toe ziet iemand er iets positiefs in. Meest gehoorde problemen: “Dit gaat tonnen kosten” en “Mijn grootmoeder luistert nog steeds naar Hilversum 1”. Het is niet voor het eerst dat de hele wereld valt over iets dat de NPO doet. De publieke omroep heeft een imagoprobleem. Of zoals voormalig hoofdredacteur van het NOS Journaal Hans Laroes het eerder heeft gezegd: "Het publiek houdt van de programma's, maar niemand houdt van Hilversum." . De publieke omroep is volgens sommigen een links bolwerk en de publieke omroep verheerlijkt Europa en de multiculturele samenleving. Anderen zijn verbaasd over de bezuiniging van het kabinet Rutte1 van € 125 miljoen, maar vooral toen bleek dat die bezuiniging valt te realiseren, zonder de kwaliteit van de programma’s aan te tasten. Gezichtsbepalende figuren van de publieke omroep verdienen teveel en zijn graaiers (“van onze belastingcenten”). De naamswijziging nu is niet zo’n slimme zet. Eerder al riep de NPO hoon over zich af door voor een ton de domeinnaam npo.nl te kopen van de Nederlandse Postduiven Organisatie. Maar uiteindelijk gaat het om het volgende, duidelijk verwoord door Kamerlid voor D66 Kees Verhoeven: „Het gaat steeds over de organisatie, over fusies, bezuinigingen en nu weer over de naam, terwijl we eigenlijk een inhoudelijke discussie moeten voeren over welke keuzes de publieke omroep moeten maken.”